Ik kan dat niet, Ik ben niet goed genoeg, niet slim genoeg, …
Uit de coachings en gesprekken die ik heb, begrijp ik steeds beter dat de gedachte, “ik ben niet goed genoeg”, een belangrijke bron van onze angst is.
We hebben angst om zonder werk te zitten, geen geld genoeg te hebben. Angst voor eenzaamheid, gezichtsverlies, angst om niet respectvol behandeld te worden, angst om over ons heen te laten lopen, …
Angst om in het bijzijn van anderen door de mand te vallen. Dat ze ontdekken dat je het toch niet kan, dat je eigenlijk niet veel voorstelt.
Het zou wel eens kunnen dat dit komt omdat we denken dat we niet goed genoeg te zijn.
Met deze overtuiging zijn we onszelf structureel ontrouw. We laten onszelf keer op keer in de steek met oordelen als; “ik ben niet slim genoeg, ik ben niet mooi genoeg, ik ben niet oud genoeg, ik ben niet…..” En elk oordeel zegt in feite hetzelfde; “ik ben niet goed genoeg”.
Of de “ik ben niet goed genoeg” overtuiging sterker bij vrouwen voorkomt? Ik denk het niet. Deze diepgewortelde overtuiging neemt allerlei vormen aan. Bij vrouwen zie ik ze vaak terugkomen onder de vorm die Martine Tempels aanhaalt:
“Alle vrouwen die ik al een promotie heb gegeven, die vragen mij, ben je wel zeker dat ik die job ga kunnen. Mannen vragen mij dat nooit.” Martine Tempels – Telenet
Maar “ik ben niet goed genoeg” toont zich evenzeer onder de vorm van macht en het willen hebben van controle.
Macht en schaarste-gevoel
Zo begeleidde ik een ceo die worstelde met kwaadheid. Hij vertelde me dat telkens als één van zijn mensen hem een boodschap kwam brengen die hij liever niet hoorde, hij kwaad werd. “Het is sterker dan mezelf. Als ze me bv komen vertellen dat de cijfers niet goed zijn, dan vlieg ik uit. Mijn mensen zijn bang van mij. Ik wil rustig kunnen blijven bij een slecht bericht.”
Via de coaching kwam deze ceo tot volgend inzicht:
De kwaadheid die opkomt bij een slecht bericht, is eigenlijk kwaadheid naar mezelf die ik projecteer op anderen.
Als ik een slecht bericht krijg, ben ik bang dat ik het niet ga kunnen. Ik ben bang dat anderen gaan ontdekken dat ik niet op de juiste plaats zit. Dat ik het eigenlijk niet kan. Ik krijg een gevoel van onmacht en frustratie. Ik word daardoor kwaad op mezelf en dat geeft me terug de energie om er tegen aan te gaan. Mijn interne kwaadheid richt zich daarna naar de persoon tegenover mij. Door kwaad te worden op de anderen, bestendig ik mijn macht en krijg ik terug controle.
Het patroon dat zich in dit geval liet zien is “Ik ben niet goed genoeg” in combinatie met schaarste. Het idee dat er maar een beperkte hoeveelheid (schaarste) liefde, geld, aandacht, oprechtheid, werk, … is.
Als er niet genoeg is (schaarste) en ik niet goed genoeg ben, dan zal er zeker niet voldoende voor mij zijn dus moet ik er voor vechten (angst tekort te komen) en het vervolgens verdedigen (angst voor verlies)….
Uit schrik voor tekort en de overtuiging dat men eigenlijk niet goed genoeg is, wil men macht hebben zodat men zelf geen slachtoffer wordt van de gevreesde schaarste. Het is echter de drang naar macht, die de schaarste doet ontstaan.
In het geval van de kwade ceo, vertaalde zijn drang naar macht zich in nog meer slechte cijfers, omdat zijn mensen niet meer tot bij hem durfden komen met nieuwe creatieve voorstellen. Door zijn vrees voor schaarste (de slechte cijfers), creëerde hij nog meer schaarste.
Macht is het gevoel dat je de dingen onder controle hebt. Dat er je niets kan overkomen. Dat niets of niemand je kan raken. Dat je er voor kan zorgen dat je nooit iets tekort hebt, dat er voor jou geen schaarste is.
Door jezelf boven anderen te zetten, macht uit te oefenen, creëer je voor jezelf een illusionair gevoel van “ik heb alles onder controle”.
Het is een fictie dat je de realiteit volledig kan beheersen
Hoeveel macht je ook hebt, je kan nooit altijd alles onder controle hebben. Wat doe je bijvoorbeeld op het moment dat iemand je uit je comfortzone trekt? Iemand geeft je een opmerking die binnenkomt of stelt gedrag dat je mateloos irriteert, waardoor je je grip op de situatie dreigt te verliezen.
De agressieve mensen roepen en schelden, gaan dreigen, intimideren. De lijdzame mensen trekken zich terug of plaatsen zich in de slachtofferrol. Beide rollen, agressor of slachtoffer, zijn rollen die je aangeleerd hebt gekregen als kind, om de situatie terug onder controle te krijgen.
Als ik me kwaad maak, gaan ze doen wat ik zeg, wordt er naar mij geluisterd en krijg ik wat ik wil. Als ik me als slachtoffer opstel, moet ik mezelf niets verwijten, gaan ze me helpen, komt er terug rust en krijg ik terug controle over de situatie.
Beide patronen houden elkaar in stand en hebben elkaar nodig. De controle die je via deze rollen verwerft is echter altijd tijdelijk. Op elk moment, kan er zich weer iets anders onverwacht voordoen, waardoor het spelletje terug van voren af aan begint. Je gaat er in mee zonder het zelf te beseffen. Het spel heeft eigenlijk jou in zijn macht.
Echte macht is, op het moment dat iemand je uit je evenwicht brengt, los kunnen komen van je emoties. Er afstand van nemen en vaststellen wat er op dat moment objectief gebeurt. Je niet laten leiden door allerlei zorgen en negatieve verhalen die uit alle macht je gedachten proberen te overheersen.
Tijdens de Leadership road to freedom open training op 27 maart ga ik dieper in op hoe je kan loskomen van je emoties. En op hoe je de gedachte “Ik ben niet goed genoeg” het zwijgen oplegt. |
0 reacties